Perenclafoutis
Deze variatie van de traditionele clafoutis met verse kersen is gemaakt met stevige maar rijpe peren. Deze worden in dunne partjes gesneden en door een eetlepel perenbrandewijn gehusseld.
Perenclafoutis
Deze variatie van de traditionele clafoutis met verse kersen is gemaakt met stevige maar rijpe peren. Deze worden in dunne partjes gesneden en door een eetlepel perenbrandewijn gehusseld.
Hulpmiddelen
Ingrediënten
om de vorm in te vetten zachte boter
2 anjou- of comiceperen
perenbrandewijn (optioneel)
30 g poedersuiker
30 g bloem
1/2 theelepels fijn zeezout
3 grote eieren
180 ml volle slagroom
1/2 theelepels puur vanille-extract
voor bestrooien kristalsuiker
Stap voor stap
Plaats een ovenrooster in het midden van de oven en verwarm de oven voor op 160 °C. Vet een quiche- of taartvorm van 22 cm in met zachte boter. Zet apart.
Schil de peren. Halveer de peren in de lengte en verwijder de kern met een meloenlepel of kleine lepel. Snijd elke helft in de lengte in dunne plakken. Doe de peren in een middelgrote kom met de perenbrandewijn. Zet apart.
Meng in een kleine kom de poedersuiker, de bloem en het zout.
Doe de eieren, de room en de vanille in de blender. Meng op snelheid 3 tot het geheel glad is. Voeg het meelmengsel toe en meng tot de droge ingrediënten goed zijn opgenomen, ongeveer 15 seconden.
Rangschik de peren in een gelijkmatige laag op de bodem van de voorbereide vorm. Schenk het custardmengsel erover. Bak de clafoutis tot deze mooi is gerezen en aan de bovenkant goudbruin is, ongeveer 40 minuten. De custard mag niet wiebelen als je de vorm zachtjes schudt.
Zet de vorm op een rooster. Bestrooi de bovenkant licht met kristalsuiker. Laat de taart ten minste 5 minuten afkoelen voordat je hem opdient. Snijd in stukken en serveer met vanille-ijs.