Worstjes van jalapeñokip met cheddar
Dit is een heerlijk worstje voor iedereen die houdt van de smaak en pittigheid van verse jalapeñopepers. De cheddarkaas voegt er een romig zuurtje aan toe waardoor dit worstje gegarandeerd de favoriet van het barbecuefeest wordt. Serveer op geroosterde broodjes met honingmosterd, verse in blokjes gesneden tomaat, verse koriander en extra cheddarkaas.
Worstjes van jalapeñokip met cheddar
Dit is een heerlijk worstje voor iedereen die houdt van de smaak en pittigheid van verse jalapeñopepers. De cheddarkaas voegt er een romig zuurtje aan toe waardoor dit worstje gegarandeerd de favoriet van het barbecuefeest wordt. Serveer op geroosterde broodjes met honingmosterd, verse in blokjes gesneden tomaat, verse koriander en extra cheddarkaas.
Hulpmiddelen
Ingrediënten
900 g kippendijen zonder bot en huid, gesneden in reepjes van 2,5 cm
45 g jalapeñopepers, gehalveerd, nzonder zaden, gesneden in reepjes van 2,5 cm
50 g cheddarkaas, geraspt
3 kruidnagel knoflook
1 eetlepels knoflookpoeder
1 eetlepels uienpoeder
1 eetlepels koosjer zout
1 theelepels zwarte peper
1 worstvel van 1,5 meter lengte, uitgespoeld en geweekt in koud water gedurende 30 minuten
Stap voor stap
Leg de kip ter voorbereiding op een bakplaat bekleed met bakpapier, en plaats deze gedurende 20 minuten in de vriezer. Breng de kip vervolgens in een grote kom op smaak met peper en zout, knoflook-en uienpoeder, hele knoflookteentjes, cheddarkaas en jalapeñopepers.
Monteer de fijne maalschijf op de voedselmolen en bevestig deze op je mixer. Zet de kom onder de vleesmolen, zet de mixer op snelheid 4 en gebruik de stamper om de gekruide kip, jalapeñopepers en knoflookteentjes door de molen te voeren, per stuk of met twee stukjes tegelijk. Gebruik de stamper niet om de ingrediënten er met kracht doorheen te duwen. Haal de kom onder de molen uit en meng de ingrediënten grondig door elkaar, met je handen of met een spatel. Zet de kom ergens koud weg.
Bevestig de worstenmaker met de grote worstvulkoker aan de mixer. Vet de worstvulkoker in met wat olijfolie of bevochtig deze met wat water, en schuif het begin van de worstvellen er strak omheen. Plaats een lage bakvorm met wat water onder de worstenmaker. Hierin kan de gevulde worst neerkomen tijdens het vullen. Zorg dat je handen nat blijven door ze steeds met water te bevochtigen terwijl je met de worstvellen werkt. Leg een knoopje in het uiteinde en prik er met de punt van een mes of met een keukenpriem een gaatje in, ter grootte van de kop van een kleine spijker.
Zet de mixer op snelheid 4 en voer het worstmengsel langzaam in de vultrechter in met behulp van de stamper. Houd het dichtgebonden uiteinde van de worstvellen in één hand en geleid het worstmengsel terwijl het worstvel zich vult. Vul het vel niet te stevig met worstmengsel, maar zorg er ook voor dat de worsten niet te slap worden. Wanneer de vulling helemaal op is, neem je het worstvel van de worstvulkoker af. Laat hierbij nog genoeg worstvel over om in het uiteinde een knoop te kunnen leggen, zo dicht mogelijk bij de gevulde worst. Wikkel de worst in de volle lengte als een spiraalvorm op het blik. Knijp nu om de 15 cm in de worst om de vulling te scheiden. Draai de nu ontstane tussenruimten tussen de worstjeselk zo'n zes keer rond. Leg de streng op een blik in de koelkast, met nog altijd alle worstjes aan elkaar vast. Laat deze een nacht rusten, daarna kun je de worstjes losmaken.
De worst te braden: Verwarm een grote koekenpan of gietijzeren pan op middelhoog vuur, voeg er 1 eetlepel olijfolie aan toe en laat de worstjes aan alle kanten bruin worden. Zet het vuur lager en bak nog 10–15 minuten totdat het door en door gaar is.
Tip: Als er tijdens het vullen een luchtbel in de worst komt, gebruik dan een tandenstoker om het worstvel op die plek door te prikken. Zelfgemaakte verse worstjes smaken de volgende dag altijd nog lekkerder. Bewaar de worstenstreng dus als dat kan nog een nacht in de koelkast, waarbij je de worstjes nog niet scheidt.